De tijd waarin we leven wordt wel die van een kenniseconomie genoemd. Kennis is de belangrijkste productiefactor naast de traditionele factoren arbeid, natuur en kapitaal. Maar kennis an sich is niks. Daar kan je nog niks mee. Net zo min als arbeid, natuur of kapitaal overigens. De truc zit ‘m in het toepassen ervan. En anders dan bij de traditionele productiefactoren is kennis vrijwel gratis verkrijgbaar. Je hoeft niemand meer uit te leggen hoe Google en Wikipedia werken. Googlen is een werkwoord geworden.
Dat betekent dus dat het onderscheid tussen succesvolle en niet succesvolle kenniseconomieën, maar ook van kennisintensieve organisaties en niet in de laatste plaats van de medewerkers die we dan ‘kenniswerkers’ noemen, ligt in het zo snel en goed mogelijk toepassen van de kennis. En dat gaat natuurlijk verder dan wie het snelst Google geopend heeft en het zoekwoordje heeft ingetypt. En het gaat dus verder dan een googlende screenager van generatie Y.
Afgelopen dinsdag was ik op het PTU-congres in Ede. Dit jaarlijkse congres gaat over planning, toolimplementaties, processen, maar ook de veranderende arbeidsmarkt die uiteraard invloed heeft op hoe je die veranderende mensen dan kunt plannen. Het Nieuwe Werken is daarbij natuurlijk een belangrijk thema. HNW-evangelist Bob Smits legde uit dat het helemaal niet gaat om het hebben van kennis, maar om het hebben van wijsheid. Daarmee is China helemaal geen bedreiging, want die zijn alleen maar goed in snel en efficiënt produceren. De wereld kan ook niet drijven op de ‘jonkies’ van generatie Y, want die hebben nog niet genoeg ervaring. En de wereld wordt ook niet overgenomen door machines en computers, want die zijn gewoon niet creatief genoeg om het menselijk brein te overtreffen.
We zetten onszelf daardoor steeds hoger in de food chain en wordt ons werk dus alleen maar interessanter. Het juist kunnen valideren en waarderen van kennis is hetgeen waarmee je je als economie, organisatie of individu kunt onderscheiden. Vanuit de open source-gemeenschap wordt het idee nageleefd dat je samen meer weet dan alleen. Maar ook dat je wanneer je je kennis (binnen kaders) ter beschikking geeft, je er mee wint en niet verliest.
Zoals ik eerder aanhaalde, kennis is te googlen, het kunnen toepassen niet. Dus als je je kennis beschermt, gaat je eventuele concurrent het via een omweg toch wel vinden. Het is daarom veel sterker je informatie wel te delen, waarmee je laat zien dat je de kennis hebt, maar waarmee je ook kunt laten zien dat je het ook begrijpt. Dat je ook de wijsheid bezit om de kennis toe te kunnen passen.
Ik heb op mijn LinkedIn-profiel een aantal documenten gezet over de PMO-propositie van Ordina. Deze informatie is ook te vinden op ons blog. Daarmee geven we best veel van onze zorgvuldig verzamelde kennis en toegepaste wijsheid weg. Maar zoals ik in in mijn vorige blog ook al schreef heeft de externe juist de gespecialiseerde wijsheid om er ook daadwerkelijk de juiste dingen mee te doen. Ik ben dus groot voorstander van open source in de breedste zin des woords. Kennisdeling mag gratis. Toepassen kost geld.
Groeten,
Frank