Zo’n acht weken geleden kwamen mijn baas en ik tot de conclusie dat de koek op was. Dat wat ik wilde doen en waar het bedrijf ruimte voor had was teveel uit elkaar gedreven. We gingen uit elkaar, maar bleven vrienden. We koersten al een tijdje naar deze conclusie, maar toen die er ineens was, was het toch wel even schrikken. Meer dan 13 jaar had ik er gewerkt. Veel geleerd. Mooie projecten gedaan. Vrienden gemaakt. Telkens dingen gedaan die niet bestonden voor ik er aan begon. Elke twee jaar wat anders. Overlappend en parallel. Maar zo’n 13 seconden nadat de conclusie uitgesproken was kwam een gevoel van vrijheid en kansen.
Mijn post op LinkedIn ging haast viral. Vanuit de meest verrassende hoeken kreeg ik likes, felicitaties en connectieverzoeken. En van bijkomen was helemaal geen sprake. Direct werd ik benaderd voor allerlei kennismakingen, vacatures en om bij te praten. Ik stuurde ook binnen het bedrijf een afscheidsmail waarin ik iedereen bedankte voor de samenwerking, voor de kansen die ik heb gekregen, voor de mooie manier waarop we hebben gekeken naar andere mogelijkheden maar die niet hebben gevonden en voor de manier waarop we er een einde aan maakten.
Ik realiseerde me: je bent niet je functie, je bent niet je baan. Je bestaansrecht, roem of relevantie moet niet aan je positie hangen. Vaak is dat natuurlijk wel zo. Een CEO die zijn bestuurdersstoel in de directiekamer opgeeft, mag zijn passagiersplek in zijn directieauto ook inleveren. Hij is de last van de verantwoordelijkheid kwijt maar mag voortaan weer zelf zijn koffers dragen. Je status hangt aan je positie, zegt Simon Sinek. Lever je je positie in, gaat je status mee. Zoals Mark Manson schreef, het gaat om de edele kunst van not giving a f*ck. Als je kiest moet je de consequenties aanvaarden. Geef om wat je wil doen en haal je schouders op voor de gevolgen. Of zoals Roos Schlikker het (mede gebaseerd op Mansons boek) verwoorde in Intermediair: wie gelukkig wil zijn in zijn werk, moet zich er niet volledig mee identificeren.
De zoektocht begon. Ik was er al stilletjes aan begonnen, omdat ik me al niet helemaal meer op mijn plek voelde. Maar toch hielden mijn loyaliteit, mijn comfort zone en alle andere stemmetjes in mijn achterhoofd mij op mijn plek. En er moest nog iets uit te halen zijn. Ik was nog niet klaar. En ik had zoveel vrijheid. En ik kende iedereen. En ik kreeg zoveel kansen.
Ja. Mijn onderbewuste had me goed in zijn greep.
Nu het besluit genomen was, had mijn onderbewuste niets meer te zeggen. Tuurlijk, het was onzeker, maar er was geen weg terug.
Anderhalf jaar geleden zette ik een stapje in het ondiepe door mijn eigen bedrijf op te richten nadat mijn onderbewuste, mijn superego (maar daarover later meer), zich uitgesproken had over mijn dromen. Ik was lekker bezig met mijn blog en goed onderweg met mijn boek. Ik gaf trainingen en wilde meer mensen kunnen bereiken dan die binnen mijn werkgever. De afgelopen tijd heb ik hele leuke trainingen, workshops en lezingen kunnen doen en natuurlijk loopt mijn boekenverkoop ook door mijn bedrijfje.
Nu ik ineens zo vrij was als een vogeltje, met een buffer om me een zeker aantal maanden geen zorgen te hoeven maken over mijn inkomen kon ik natuurlijk de stoute (zwem)schoenen aantrekken en mezelf het diepe in duwen. Dat was wel wat iedereen verwachtte, merkte ik aan de reacties. Mijn eigen bedrijf verder uitbouwen. Want daar was ik toch sowieso eigenlijk alleen maar mee bezig?
Op LinkedIn ben ik inderdaad flink actief geweest om een beeld neer te zetten. Ik heb mij bewust geprofileerd vanuit mijn hobby. Noem het mijn passie. En deze oefende ik zeker voor een groot deel ook uit in mijn nine-to-five job, maar daar sprak ik niet zo veel over om dezelfde reden dat ik mijn eigen winkeltje had opgericht: daar had niemand wat aan. Mijn ‘gewone’ werk richtte zich op de interne organisatie. Daar hadden mensen buiten die organisatie weinig aan. Vandaar de keuze. En blijkbaar had dit erg goed gewerkt.
Maar was dat ook wat ik wilde? Zelfstandig verder? Zelfstandig zijn betekent inkomensonzekerheid. Betekent je eigen werk creëren (en dus telkens leuren om nieuw werk). En zelfstandig betekent ook alleen. Drie dingen die ik echt niet wilde. Ondanks dat ik zou kunnen genieten van vrijheid, mijn eigen invulling zou kunnen geven aan mijn werk en echt van mijn hobby mijn werk zou kunnen maken. Maar zou het dan nog wel leuk zijn? Zou ik voldoening halen uit alleen maar trainingen, workshops, lezingen en schrijven? Ik zou het eenzijdig gaan vinden. Ik ben namelijk vrij snel verveeld. En ondanks dat ik ramvol nieuwsgierigheid, energie en vernieuwingsdrang zit heb ik wel een collectief om me heen nodig om me in beweging te houden.
Nee, ik wilde wel de inhoud, maar een andere context. Zoals ik in Stap 1 van ‘En nu jij!‘ beschrijf: wel de ‘wat’, maar een andere ‘waar’. Ik heb serieus mijn eigen boek erbij gepakt om te bepalen hoe ik nou zou moeten beschrijven wat ik precies wilde gaan doen. Of beter: het gaat mij om de context. Dat ‘wat’ heb ik op zich wel scherp. Ik heb heel scherp dat dat juist wat vaag moet zijn. De context is veel belangrijker. En de derde pijler, het ‘hoe’: hoe ik de dingen wil doen. Hoe ik bekend wil staan en herinnerd wil worden. Wat je bijdraagt en wat je achterlaat.
Mijn hobby blijft daarmee mijn hobby. ‘Bij Oeben’ kan je ook straks nog steeds terecht voor trainingen, workshops en boeken en ik blijf mijn gedachten en ervaringen delen op dit blog. Met dezelfde reden als voorheen: om ook buiten mijn werk- en klantenkring mensen te kunnen bereiken. De verhouding zal wellicht anders worden. Dat gaan we ervaren.
Je bent niet wat je doet. Je bent wie je bent. Twee en een half jaar geleden gaf ik mijn managementstoel op omdat ik me er niet meer goed op voelde. Van verschillende kanten werd ik voor gek verklaard. Laatst nog weer. Maar ook toen wist ik dat de combinatie goed moet zijn. Anders werd ik ongelukkig. En bovendien, hoe langer ik met hetzelfde bijltje hak, hoe meer ik de botte bijl ga hanteren. Daar wordt het ook niet beter van. Je moet niet alleen zelf ‘een fuck geven’ over wat je wil doen. Er moet ook iemand op je zitten te wachten. Die moet ook ‘een fuck geven’ om wat je wil doen.
We hebben de angst om er niet bij te horen. Deze angst werkt zelfs door tot na onze dood. We willen er ook na onze dood nog bij horen. We willen herinnerd worden. Eigenlijk willen we onsterfelijk zijn. Daarom willen we gebouwen, parken, straten en lanen naar ons vernoemd hebben. Daarom willen we iets achterlaten. En ja, daarom willen we ook boeken schrijven.
Twee weken na het zetten van mijn handtekening was ook al het einde van mijn dienstverband. Ik had, ook door een aantal goeie gesprekken, scherper wat ik zocht en wat ik zou willen bijdragen. Tijd voor een nieuwe post op LinkedIn.
Elke dag had ik tenminste één afspraak. Ik ging er open, vol zelfvertrouwen in. Ik legde al mijn wensen, eisen, ideeën en beperkingen in de arena. Gewoon een baan zoeken kan altijd nog, dacht ik. Nu eerst kijken of ik kan vinden wat ik zoek. Ik scherpte mijn profiel nog verder aan en na ieder gesprek werd mijn ‘pitch’ scherper. Ik werd benaderd voor een functie die nog niet bestond binnen een organisatie in beweging. Meebouwen aan een nieuw concept en organisaties helpen met leiderschap, ontwikkeling en de bedrijfsvoering. Wat een combinatie! Een aantal gesprekken volgden en vorige week kwamen we tot een akkoord. Maandag start ik in mijn nieuwe baan.
Je wil de problemen die je wil oplossen. Als die er niet zijn kun je ze creëren. Creëren? Problemen maken? Ja. Niet de situatie veranderen zodat je mensen benadeelt, maar de ervaring met die situatie veranderen zodat men inziet dat ze de oplossing nodig hebben die jij ze kunt bieden. Een probleem is immers slechts de combinatie van feiten die in iemands ogen nadelig is. Die ogen moet je openen. Dan kan jij doen wat je wil doen. Dan kan jij de problemen oplossen die jij zo graag wil oplossen. Als alles goed gaat is er toch ook niets meer aan? Bovendien, grote kans dat je werk overgenomen wordt door een jongere, minder ervaren of lager opgeleide collega. Of je werk wordt geautomatiseerd of geoutsourced.
De focus op wat je na wil laten maakt al het andere ook ineens onzinnig. En dat je veel makkelijker kunt loslaten. Wat heeft je leven voor zin (gehad) als je niets nalaat? Als je nergens echt impact op gehad hebt? Als jouw naam nergens op staat? Natuurlijk niet enkel zodat je naam daar staat, maar omdat je echt iets hebt bijgedragen waardoor mensen het nodig vonden jouw naam ergens op te zetten. We zijn sociale dieren en we kunnen niets alleen. De dingen die de minste absolute waarde hebben zijn ons het meest waard. De onzin geeft ons zin.
Zorg ervoor dat de mensen om je heen en straks na jou het makkelijker en leuker hebben. Dan is jouw leven geslaagd. En tegelijkertijd heb jij het dan het meest naar je zin. Lekker egoïstisch.
Ik ga vanaf maandag weer lekker egoïstisch leuke dingen doen. En daar heb ik vet veel zin in.
Groeten,
Frank
Deze post (of een bewerking daarvan) is onderdeel van mijn boek ‘En nu echt!’. Klik hier voor meer info.