“Het bedrijfsleven, dat is pas topsport!”, zei ze. Het stond ook achter haar op het metersgrote scherm. “Nou, ik vind het meer amateursport”, zei ik als deelnemer in een zaal op de 23e verdieping in Amsterdam Sloterdijk. Want wat wordt er aangerommeld. Zonder een duidelijk, laat staan een gezamenlijk doel. Topsport is presteren. Naar een duidelijk doel toewerken. Een duidelijke rolverdeling.
Het is misschien topsport om je staande te houden in de chaos. Om niet ten onder te gaan in de processen en procedures of het gebrek daaraan.
En amateursport is het ook niet, want amateursport beoefen je alleen voor de lol. Samen. En dan een biertje drinken. En dat is het bedrijfsleven ook niet.
Bij de uitspraak moet ik denken aan mijn beeld van de Zuidas. Keihard werken, targets halen, bonus pakken, de concurrentie verslaan. Maar dan wel tijdens de vrijmibo helemaal los gaan. Geen heel aantrekkelijk beeld.
Gelukkig gaat topsport ondertussen steeds vaker ook over plezier maken, weet ik inmiddels. Maar daarover later meer.
Het gaat even om de vergelijking. Ik maak graag associaties. Of graag, ik maak veel associaties. Niet altijd even handig. Maar het zorgt er wel voor dat ik nieuwe ideeën kom. Een kennissessie zoals ik die vanavond volgde, helpt daarbij. Een andere omgeving, andere mensen, andere verhalen. En in dit geval ook nog vanuit een topsportmetafoor. En met een mooi uitzicht. Dat zet mijn brein wel lekker aan het werk. En ik hou nou eenmaal van leren.
Creativiteit is belangrijk voor organisaties. Want organisaties moeten snel reageren op wat er in de wereld gebeurt. Technologische ontwikkelingen, de concurrentie, alles en iedereen moet bijgebeend worden. En rap wat. Want het gaat allemaal steeds sneller. Ik bepleitte dat vanuit het perspectief van de Agile organisatie in een blog voor mijn derde boek. Maar Agile of niet, wendbaar zijn en snel reageren is wel belangrijk.
Ook zelf. Als individu. Als persoon. Elke dag hetzelfde doen is overmorgen saai. En aan het eind van volgende week heb je geen werk meer omdat het wordt geoutsourced of geautomatiseerd is. We hebben een honger om te leren. Dat is handig, want daardoor komen we verder. We leren lopen, praten en al die andere nuttige dingen. Van nature hoef je daar niet zo veel aan te doen.
Maar je kunt het wel voeden. Je kunt creativiteit stimuleren. Door jezelf in nieuwe omgevingen te zetten, nieuwe mensen te ontmoeten. Dat doe ik dus door naar dit soort kennissessies te gaan.
We zijn gewoontedieren. We houden van hetzelfde. Veilig. In de comfortzone. En tegelijk raken we (steeds sneller) verveeld en zoeken we naar nieuwe impulsen. Die kan je maar beter juist en verantwoord voeden, anders gaat je brein op zoek naar junkfood dat geserveerd wordt op schermpjes.
We lijden allemaal aan tunnelvisie. We zien wat we kennen en negeren het onbekende. We hechten ontzettend veel waarde aan dat wat gebeurd is en missen mogelijkheden in de toekomst. Of in het heden.
In bovenstaand plaatje zag je een witte driehoek en pacman. En anders nu wel. Ik gebruik dit als manier om je in te laten zien dat je van alles ziet wat er niet is. Je doet de hele dag aannames en op basis daarvan baseer je je gedrag. En dat gedrag bepaalt de uitkomsten van vandaag. Beperkende overtuigingen, onmogelijkheden, meningsverschillen. Je imposter syndrome is een witte driehoek. Je fixed mindset een resultaat van je overtuigingen. Hoezo kan je het niet?
Door hier bij stil te staan en je eigen witte driehoeken en die van de andere te benoemen kan je tot nieuwe ideeën komen. Dat kan je organiseren. Door de dialoog aan te gaan, door te brainstormen en rust te nemen.
Daarvoor is dan weer een hele set aan randvoorwaarden nodig. Bovenstaande inzichten, een helder gedeeld doel, inclusiviteit, psychologische veiligheid, motivatie, vertrouwen. Noem maar op.
Hoe organiseer jij je creativiteit? Wat kan jij morgen doen om een witte driehoek te lijf te gaan? Of aan de slag te gaan met pizza’s, kazen of een kerstboom?
Groeten,
Frank